Bezinning Man, Vrouw en Ambt
Studie naar bijbeluitleg, achtergronden en gevolgen van de synode-besluiten Meppel 2017 en Goes 2020
home start hier
werkgroepen
bronnen agenda over ons contact
Rufus Pos

Rufus Pos

vrijdag 16 maart 2018
Allemaal volmaakt en toch verschillend - Brief Veertien

(inleiding)

Lieve kinderen

De vorige keer kwam ik tot de conclusie dat er heel wat aanwijzingen zijn dat er niet alleen in de engelenwereld, maar straks ook op de nieuwe aarde nog steeds sprake is van gezagsrelaties. Of er dan ook nog een gezagsrelatie is tussen mannen en vrouwen weet ik niet. Maar in ieder geval kun je niet zeggen dat gezag alleen met de zondeval te maken heeft en dat we er dus goed aan doen om de door Paulus en Petrus voorgeschreven gezagsrelaties te gaan minimaliseren of zelfs af te schaffen in het kader van de nabijheid van het koninkrijk. Dat is uiteraard iets anders als de Schriftuurlijke opdracht om die gezagsrelaties te saneren in het licht van de in Christus geopenbaarde liefde. De geschiedenis leert overduidelijk dat er sprake is geweest van veel misbruik van gezag en dat heeft zeker te maken met het feit dat liefde niet of slechts gebrekkig geïntegreerd werd in gezag en dat ook het dienende karakter van gezag niet onderkend werd door de dragers van dat gezag.

De Here Jezus op zijn troon

Ik beloofde nog één tekst te noemen die ons iets kan leren over het al of niet aanwezig zijn van gezag in het (komende) koninkrijk. Ik denk dan aan het antwoord van de Here Jezus aan zijn leerlingen, toen twee van hen “solliciteerden” naar een positie (als minister) rechts en links van Hem in zijn koninkrijk. De Here Jezus wijst al zijn leerlingen er dan op dat het van uitermate groot belang is dat ze bereid zijn te dienen in plaats van te heersen. Maar desalniettemin zegt Hij: “wie er rechts en links van mij zal zitten kan ik niet bepalen, die plaatsen behoren toe aan hen voor wie ze zijn bestemd.” (Markus 10: 40). Het lijkt mij dat je hier toch de conclusie uit kunt trekken dat er in het koninkrijk op z’n minst verschil in positie is. Het gaat hier over niets anders dan wat wij vandaag zouden noemen: dienend leiderschap. Die les voor de toekomst moesten de leerlingen van de Here Jezus blijkbaar ook leren. Want leiders zullen ze zijn. Kijk in Lukas 22: 28 en dan zie je dat de Here Jezus zijn leerlingen bestemd heeft voor het koningschap en dat zij op tronen zullen zitten om recht te spreken over de twaalf stammen van Israël.

Allemaal volmaakt en toch verschillend

Over verschillen tussen mensen op de nieuwe aarde wil ik ook nog het volgende noteren. Onze toekomstige volmaaktheid maakt namelijk het bestaan van verschillen niet onmogelijk. Het gaat hier eigenlijk weer om het benadrukken van gelijkwaardigheid die niet hetzelfde is als gelijkheid. Ik heb mij laten vertellen dat professor Greijdanus dit vroeger op een beeldende manier heeft uitgelegd. De vraag van een van de studenten was: hoe kan er op de nieuwe aarde volmaaktheid zijn en tegelijk ook verschillen tussen mensen? Zou er dan geen jaloezie ontstaan?

Greijdanus liet zijn studenten zich toen een rij verschillende glazen voorstellen. Van een (Duits) bierglas tot een borrelglaasje en alles wat daar tussenin zit: wijnglazen voor witte wijn en voor rode wijn, champagneglazen, whiskyglazen enz. Als je al deze verschillende glazen helemaal vol maakt met vloeistof, zal duidelijk zijn dat er in een borrelglaasje veel minder vloeistof zal passen als in een bierglas. Toch kan het borrelglaasje niet mopperen dat het minder vol is dan het bierglas. Het borrelglaasje is immers helemaal vol. Er kan niets meer bij. Je zou kunnen zeggen: al z’n talent wordt gebruikt. Het borrelglas is volmaakt. Net als het bierglas ook volmaakt is. Maar daarmee is het borrelglaasje dus niet plotseling gelijk geworden aan het bierglas. Ze geven zich beiden voor 100%, maar hun inhoud verschilt nogal wat.

Zo kun je ons als mensen ook op de nieuwe aarde zien. Je moet er maar niet van dromen dat jij net zo groot (en invloedrijk) zult zijn als Mozes en Elia of Johannes de Doper. Maar je bent, net als zij, voor 100% nodig om samen een volmaakt volk te zijn dat de schepping van de Here en zijn glorie kan onderzoeken en genieten tot in eeuwigheid. En de Here zal je een taak geven die precies bij jouw talenten past.

Vrije wil

Juist omdat het ook later om een volk gaat en niet om een groot aantal individuen, zal er overleg en aansturing zijn volgens de verdeling en indeling die gevolg is van wijze waarop de Here ons onze specifieke beloning uitkeert. Of, met andere woorden: volgens de taken en verantwoordelijkheden die de Here aan ieder van ons geeft (vergelijk de steden uit Lukas 19). Zoals Adam en Eva ongetwijfeld met elkaar overleg gehad hebben, ook met God die in de avondkoelte naar de aarde kwam, zo zal er op de nieuwe aarde toch ook wel overleg zijn op alle mogelijke niveau’s om tot een ontwikkeling te komen van heel de schepping tot in de verste uithoeken van het heelal. In zo’n gigantisch samenwerkingsproject van echte mensen (met een echte wil!) kan leiding op alle niveau’s niet ontbreken. Anders zou er sprake zijn van “stokken en blokken”, willoze wezens, zoals de Dordtse Leerregels in hoofdstuk III/IV artikel 16 daarover spreekt. Het blijkt uit deze belijdenis dat de wil van een mens juist heel wezenlijk is. De wedergeboorte vernietigt de wil van de mens dan ook niet, maar ze maakt haar geestelijk levend, geneest, herstelt en buigt de wil liefdevol en tegelijk krachtig. Door de Heilige Geest wordt onze wil “gewillig”, zou je kunnen zeggen. En dan belijden we in de DL: “Daarin bestaat de geestelijke vernieuwing en de ware vrijheid van onze wil.

Onze toekomst is dus: het bezit van een volkomen gezonde eigen wil. En in dit kader past een zaak als gezag perfect. Het ontbreken van gezag zou onze wil degraderen tot een soort “eenheidswil”, welke niet anders is dan een (voor ons) geprogrammeerde wil. We zouden dan zelfs minder eigen wil hebben dan de engelen die ons dienen moeten. Zo is gelukkig ook niet. Die totaal vernieuwde wil van de mens zegt namelijk zonder enige dwang: “Ik wil helemaal en voor 100% dat gezag erkennen wat geen ander doel heeft dan om samen te groeien in onze dienst en lof aan God.” Hier vallen ‘gezag’ en ‘gehoorzaamheid’ op hun plek zonder de kruitdampen van de zonde.

De volgende keer wil ik met jullie kijken naar een tekst die ik heb overgeslagen toen we Genesis 1-3 lazen. Het gaat om de woorden uit Genesis 3: 16c: “Je zult je man begeren, en hij zal over je heersen.”

Groet, pa

« Gezag na de wederkomst - Brief Dertien - Een pijnlijke waarheid - Brief Vijftien »

Bronnen

Werkgroepen



Overige Pagina's