Nú is het tijd om te praten over ‘vrouw en ambt’. Want de synode heeft wel groen licht gegeven, maar het tegelijkertijd aan de plaatselijke kerken overgelaten hoe dit in te vullen. Dat betekent dat we, in de kerk waar we elke zondag elkaar ontmoeten en waar we met elkaar Avondmaal vieren, elkaar in de ogen kijken over dit onderwerp. Dat is een wijs besluit. Niet alleen laat het ruimte voor verschillen tussen plaatselijke kerken, die in de loop van de tijd groter aan het worden zijn. Maar ook kun je moeilijk in één keer een draai maken van honderdtachtig graden, van ‘het mag helemaal niet’ tot ‘het mag zonder enig voorbehoud’.
Laten we niet gering denken over wat er op het spel staat. En dat bedoel ik niet alleen inhoudelijk: hoe zien we de verhouding tussen man en vrouw als het gaat om ambtelijke functies in de gemeente? Want dit onderwerp staat niet op zichzelf. Er speelt in mee hoe we kerk zijn in onze omgeving, in onze cultuur, en hoe we daarbij de Bijbel als kompas hanteren. Ik zeg niet dat dat allemaal ‘in geding’ is. Daarmee zouden we het gesprek te zwaar belasten. Ik zou niet willen zeggen dat degenen die de koers van de synode willen volgen, niet willen buigen voor de Schrift. (Liever spreek ik vanúít wat ik lees in de Schrift.) Omgekeerd moeten we degenen die bezwaar tegen de synode-uitspraken hebben, niet in de hoek zetten van bekrompen conservatieven die zich afsluiten van de wereld waarin wij leven.
Breekpunt
Willen we elkaar vasthouden? Dan is het beter om niet op bezwerende toon tegen elkaar te zeggen dat dit onderwerp geen breekpunt is. Voor een aantal broeders en zusters is het dat al geworden. Sommigen hebben afgehaakt omdat ze de hele discussie hopeloos achterhaald vinden en zich afvragen waar we ons in vredesnaam nog druk over maken. Anderen haken af omdat ze vinden dat de kerken met het synodebesluit ingaan tegen de Schrift en het rechte pad verlaten. Dat afhaken is soms letterlijk zich onttrekken aan de kerk. Dat er vaak meer factoren een rol spelen doet niet af aan het feit dat voor hen hier het breekpunt was bereikt.
We kunnen beter onder ogen zien dat het onderwerp ‘vrouw en ambt’ een breekpunt kán worden. Dan zullen we ons des te meer inzetten, van alle kanten, om dat, voor zover het aan ons ligt, te voorkomen.
Massief
Ik wil hier de mogelijkheid naar voren brengen van een middenweg, die mijns inziens recht zou doen aan de bedoelingen van beide kanten. In één zin geformuleerd komt die hierop neer: vrouwen kunnen een plaats krijgen in de verschillende functies in de gemeente, inclusief ambtelijke functies, maar niet zonder onderscheid met mannen.
Nog altijd staat het begrip ‘ambt’ massief in het centrum van de discussie. Het synodebesluit start wel telkens vanuit de functie, maar koppelt daaraan meteen het ambt: als een vrouw in het werk kan functioneren, kan ze ook in het ambt.
Het is al lang bekend dat er niet zoiets bestaat als ‘het ambt’. Prof. van Bruggen heeft dat in zijn boek ‘Ambten in de apostolische kerk’ (niet: ‘dé ambten’) uiteengezet en in de loop van de discussie is het ook wel gezien. Toch is dat inzicht in de berm blijven liggen en dat is jammer. Er is nog wel een duidelijk spoor van te zien: dat vrouwen diaken kunnen worden stuit op veel minder bezwaar dan in het geval van ouderling en predikant.
Het bijbelse woord dat wij met ‘ambt’ vertalen betekent ook ‘dienst’ of ‘bediening’. In de samenleving zijn er ook ambten, zoals minister of burgemeester. Er zijn oudsten en er is goede reden om dat een ambt te noemen. Er zijn diakenen – dienaren, helpers; dat is een andere functie, een ander ‘ambt’. Waar is het bijbelse ‘ambt’ van evangelist gebleven? Catechese was lang een van de taken van de predikant, maar soms is het goed om daar anderen voor in te schakelen. Zouden we catecheet geen ambt kunnen noemen? Er is een variatie in ‘bedieningen’ en functies. Er staat geen accolade om ‘de ambten’; er is geen massieve groep ‘ambtsdragers’ tegenover niet-ambtsdragers.
Creativiteit
In de Bijbel is er een duidelijk verschil in positie tussen man en vrouw. Tegelijkertijd is het subtiel, delicaat om het onder woorden te brengen. Misschien is het wel ‘een groot mysterie’, net zoals het huwelijk. Dat verschil in positie is er ook alle eeuwen door geweest in de cultuur en in de kerk, hier en waar ook ter wereld. Dat verschil willen uitvlakken en man en vrouw precies op één lijn plaatsen vraagt een zware draai, zowel in bijbel-verstaan als in de praktijk, zelfs als je vindt dat je daar uiteindelijk naar toe zou moeten.
Van het zoeken naar een middenweg is nog veel te weinig werk gemaakt. Het deputatenrapport noemde verscheidene mogelijke tussenoplossingen. In de Christelijke Gereformeerde Kerken is, in de loop van de worsteling met deze materie, op de synode een ‘Formulier voor de inleiding tot een bijzondere dienst’ voorgesteld. Daar blijft ‘het ambt’ voorbehouden aan mannen, maar ook vrouwen kunnen functies vervullen met een eigen naam en een eigen cachet. Het is onbegrijpelijk dat zulke tussenvormen in de discussie zo weinig aandacht krijgen. Een vrouw zou preekconsent kunnen krijgen terwijl de leiding van de eredienst bij de kerkenraad, de oudsten, blijft liggen en een man gemeentepredikant blijft – het is maar één voorbeeld, maar hoe kan het dat er meelevende gemeenteleden zijn die daar nog nooit van gehoord hebben, laat staan over nagedacht? Als we eenmaal willen kan er veel creativiteit loskomen, waarbij plaatselijke verschillen mogelijk blijven.
Geworteld
Wat staat er op het spel? Het gaat om een belangrijke stap. Een stap, meer niet. Maar wel een stap op de weg die wij gaan als kerk in de wereld. We zoeken koers, als kerk van Christus, in een wereld van onrecht tegen vrouwen én van wat samenvattend wel aangeduid wordt als genderideologie.
Als we in deze wijde zee het woord van onze Heer als kompas willen gebruiken, gaat het niet alleen om de interpretatie van een bepaald aantal teksten, of om theologische argumentaties, gepresenteerd in synodebesluiten. Diepe religieuze overtuigingen komen naar voren, geworteld in geloof en geweten: wat wil de Heer? Aan beide kanten. Er is al veel gewonnen als we dat bij onszelf onder ogen zien en bij elkaar herkennen.
Het zoeken naar tussenoplossingen is niet alleen belangrijk om ‘de boel bij elkaar te houden’. Niet in elke discussie over alternatieven ligt de waarheid in het midden. Er zijn argumenten waarom dat bij de man-vrouwverhouding wél het geval is. Ook argumenten die in de discussie vaak buiten beeld blijven. Daarover elders in dit artikel.
Uit Gereformeerd Kerkblad 24-2018 (d.d. 14 december 2018)