Lieve kinderen,
Veel medegelovigen kunnen zich niet voorstellen dat er sprake is van een gezagsverhouding tussen man en vrouw. Naar mijn indruk is dit het gevolg van een misverstand. Ze vullen een gezagsrelatie namelijk direct in als een zaak van hoger en lager. Alsof het in gezag altijd gaat over heersers en onderdanen. Het valt mij op dat in stukken die de gezagsrelatie binnen het huwelijk bestrijden, regelmatig een nogal gekleurd woord wordt gebruikt. Ik bedoel het woord ‘hiërarchie’. Er wordt dan gesteld dat de man (in onze tijd) echt geen hiërarchie heeft over de vrouw. Zeker in gereformeerde kringen wordt het woord ‘hiërarchie’ haast automatisch negatief opgevat. Wij gebruiken dit woord immers bijna uitsluitend om de (door ons verworpen) gezagsstructuur binnen de Rooms Katholieke kerk aan te duiden. Ik vind dat het gebruik van het woord ‘hiërarchie’ de discussie over m/v niet ten goede komt. Waarom niet de termen gebruiken die we in de Bijbel tegenkomen? Het gaat immers gewoon over gezag!
Gezag is geen eigendom van een schepsel
In een wereld van schepselen heeft nooit iemand gezag van zichzelf. Gezag wordt verleend of opgedragen door de Schepper. De vraag wordt dan: maakt het ontvangen van gezag over een medemens ook dat je daarmee boven die ander staat? Op een bepaalde manier natuurlijk wel. Maar zeker niet in absolute zin. Denk eens aan het volgende voorbeeld: de boerenknecht in het Groningen van de 19de eeuw die weinig tot niets te vertellen heeft op het bedrijf van de herenboer die zijn baas is. Maar nadat deze knecht verkozen is tot ouderling en op huisbezoek komt bij zijn baas, heeft hij op een bepaald gebied nu wel gezag over degene die op andere gebieden nog steeds zijn baas is. De geschiedenis leert dat sommige herenboeren er veel moeite mee hadden om hun knecht als ambtsdrager te ontvangen. Ik zou me kunnen voorstellen dat de apostel Petrus in een brief aan hen zou schrijven: “herenboeren, erken het gezag van uw ouderling, ook al is deze uw knecht.” En iedereen zal dan begrijpen dat Petrus niet beweert dat de knecht ineens hoger staat dan z’n baas. Immers: de baas – knecht relatie blijft ook in stand.
Waarom vertel ik dit verhaaltje? Omdat we er m.i. van af moeten dat het hebben van gezag over een ander gelijk zou zijn met hoger of beter of de baas zijn. Als jij 17 jaar bent, is jouw vader echt niet meer de baas over je (zo hij dat ooit al geweest is). Maar je vader, en ook je moeder, heeft wel gezag over je. En dat terwijl jij misschien al sterker bent dan je vader en veel meer kennis hebt dan je moeder. Zodra je naar gezag gaat kijken als iets wat jou hoger en belangrijker maakt dan de ander, is de ontsporing van het gezag in feite al ingebakken.
Gezag wordt niet verleend aan mensen die meer waard zijn
Is het niet opvallend de apostelen in de Bijbel nooit tegen mannen zeggen dat ze gezag over vrouwen moeten uitoefenen. Hun gezag wordt uitsluitend als feit genoteerd (“… want een man is het hoofd van zijn vrouw …”). Maar de man wordt dus niet expliciet opgeroepen zijn gezag over zijn vrouw uit te oefenen.
In de richting van vrouwen wordt echter wel een aantal keren gezegd dat ze het gezag van hun mannen moeten erkennen. Of dat ze zich moeten onderwerpen. Van vrouwen wordt dus een bepaalde reactie gevraagd op het feit dat mannen gezag hebben. Kun je je voorstellen dat als een vrouw van mening is dat een man gezag zou hebben alleen vanwege zijn veronderstelde (meer)waarde als man, dat zoiets haar pijn doet? Zo’n regel lijkt toch volkomen onrechtvaardig. Mogelijk ervaart de vrouw het zelfs dat ze daardoor in haar persoonlijkheid beschadigd wordt. Maar dat gevoelen is wel het gevolg van het feit dat ze aanneemt dat de man gezag heeft omdat zijn waarde zou verschillen van de hare. Of omdat het man-zijn hem meer waard zou maken. Maar ze vergeet dan dat de man niet van nature gezag heeft, maar dat hij dit krijgt. Van God. En zolang ze dit niet ziet, zal ze hooguit met grote tegenzin luisteren naar de oproep van Petrus om het gezag van haar man te erkennen (1Petrus 3: 1).
Gezag en erkenning horen bij elkaar
Erkenning van gezag zit vrouwen (en ook mannen!) blijkbaar niet automatisch in het bloed. Maar we moeten proberen te begrijpen dat God, juist omdat Hij goede en liefdevolle verhoudingen wil, het gezag en het erkennen van het gezag aan elkaar koppelt. Die twee horen bij elkaar. Waar legaal gezag immers niet erkend wordt, ontstaat wrijving en ruzie. Gezag is niet afhankelijk van waarde of talenten. Zij is afhankelijk van roeping door God.
Het woord ‘erkennen’ is niet helemaal hetzelfde als ‘accepteren’. Wie het door God aan een ander gegeven gezag accepteert, kan dat doen met behoud van gevoelens. Jouw acceptatie zegt nog niets over hoe jij denkt over dat gezag. Maar Petrus vraag duidelijk meer. Hij vraagt van vrouwen erkenning van het gezag van hun man. Daar zit iets in van een belijdenis, maar ook van overgave. En Petrus definieert zo’n erkenning van het gezag als een “zuiver leven uit ontzag voor God” (1Petrus 3: 2). Positief aanvaarden dat er binnen het huwelijk en binnen de kerk gezagsverhoudingen zijn waar het gaat om mannen en vrouwen heeft dus absoluut niet het karakter van een knieval voor de man. Het is niet anders dan een uiting van ontzag voor God. En dat besef zal maken dat de man het uit z’n hoofd laat om “op eigen gezag” te gaan handelen. Kijk maar hoe Petrus de mannen aanspreekt: “U, mannen, moet verstandig omgaan met uw vrouw, die brozer is dan u. Behandel haar met respect, want zij deelt samen met u in de genade van het nieuwe leven.” (1Petrus 3: 7).
Als ik dit lees, dan vraag ik mij werkelijk af: wat is de moeite? Een vrouw erkent het gezag van haar man en de man gaat in volledig respect met zijn vrouw om. Als je dit beide omwille van de Here doet, waar schuurt het dan nog?
Misbruik vraagt om bekering, niet om aanpassing
O ja, ik weet dat er in de kerk en in veel huwelijken moeite ervaren wordt juist door gebrek aan respect voor vrouwen en ook wel door gebrek aan erkenning van de kant van vrouwen. Maar dat gaan we echt niet oplossen door de mores van de moderne westerse wereld te importeren in de kerk om daarmee een zogenaamd verouderde Bijbelse structuur over boord te gooien. Niet gezag en autoriteit is de boosdoener. Het misbruik hiervan door mannen zowel als vrouwen maakt dat we een karikatuur gaan vertonen van een samenleving waarin ieder z’n eigen plek en verantwoordelijkheid behoort te dragen in overeenstemming met de lijnen die zowel Paulus als Petrus uitzetten. En wie in het kader van de m/v discussie dan spreekt over een hiërarchische structuur in de kerk, vergeet dat door de Here geroepen ouderlingen niet heersen over vrouwen, maar leiding hebben over vrouwen en mannen in de gemeente.
Tot volgende week.
Hartelijke groet, pa.