De apostel Paulus noteert over de laatste, zware dagen voor de wederkomst, hoe de mens er dan uitziet: “zelfzuchtig, geldzuchtig, zelfingenomen en arrogant. Lasteraars van God, zonder ontzag voor ouders; ondankbaar, harteloos, onverzoenlijk, lasterziek, onbeheerst en wreed. Haters van het goede en onbetrouwbaar, roekeloos en verblind. Genot is hun god. Ze zullen de schijn van vroomheid ophouden, maar de kracht ervan miskennen.” Eén avond zappen op je tv en je ziet deze beschrijving van Paulus vlees en bloed worden. Een arrogante menselijke cultuur die er van overtuigd is dat ze zich helemaal op de top van de toren van Babel bevindt. Daarom durft ze, vanuit haar virtuele hoogte, Mozes, de man Gods, aan te spreken: “Mozes, je hebt wel een mooi scheppingsverhaal geschreven, maar, geef toe, helaas wel met een heel stereotiep, patriarchaal en binair mensbeeld. Man en vrouw. Verbonden aan elkaar door God. Kijk, dat zoiets het in jouw tijd nog deed, begrijpen we. Maar begrijp jij dan ook dat wij daar in onze, hoogontwikkelde cultuur, niet meer mee uit de voeten kunnen?”
Mozes was, zo lezen we in Numeri 12, een uiterst bescheiden man. Laat ik dus maar voor hem de scherpe, maar noodzakelijke tegenvraag stellen: “Zeg eens eerlijk, mijn hoogontwikkelde vrienden: hoe vaak hebt u eigenlijk Jahweh ontmoet zoals Mozes?”
Dat laatste, die heel bijzondere ontmoetingen van de Here met Mozes, was Mirjam ook even vergeten. Mirjam, die naast Deborah talloze malen genoemd wordt als hét oudtestamentische voorbeeld van vrouwelijk leiderschap. “Heeft JHWH soms uitsluitend bij monde van Mozes gesproken en niet ook bij monde van ons?” zo spreekt ze, mee namens Aäron, verwijtend richting haar broer. De bescheiden Mozes lijkt bereid dit pijnlijke verwijt van Mirjam te incasseren. De Here reageert echter volkomen anders. Hij is furieus. Mirjam krijgt een bijzonder scherp woord als correctie en wordt vervolgens getroffen door melaatsheid. Wat opvalt: Aäron, die zich duidelijk op sleeptouw heeft laten nemen door zijn zuster, krijgt wel de ernst te horen en bovenal te zien van hun aanval op Mozes, maar hij wordt zelf niet gestraft.
Laten we de vraag eens stellen: zou de God van Mozes Zich op dat moment gedwongen gevoeld hebben te reageren op een eerste aanval op het nog primitieve patriarchaat van Mozes? Het lijkt mij eerder dat de Here opkwam voor zijn eigen Naam: wie bepaalt eigenlijk hoe en door wie God zijn volk leidt? En wat is er dan voor onduidelijks aan als de Here met die vreselijke melaatsheid van Mirjam uitspreekt: “opstand tegen mijn gezag betekent het einde, en niet het begin van bevrijd leven. Gelukkig voor Mirjam bleek het offer van onze Bruidegom Christus ook toen al krachtig!
Wij hebben vanaf de hoogte van onze culturele toren van Babel gemiddeld meer van de wereld gezien dan Paulus. Toch lijkt het me géén goed plan om Paulus te wijzen op zijn verantwoordelijkheid voor onze verwarring over de rol van vrouwen. Zou u durven zeggen: ”Paulus, had toch even duidelijker laten merken dat je in je brieven slechts heel lokale problemen aanstipte. Maar goed, het zij je vergeven. Jij was per slot van rekening ook maar kind van je tijd en zeker niet verantwoordelijk voor het feit dat je brieven tot vandaag nog steeds gelezen worden. Zo jij dat wist en genietend van hetzelfde uitzicht als wij, had je het vast allemaal anders gezegd. Geen zorg: we plakken de punten die in onze tijd anders zijn gewoon af.”
Het zal u bekend zijn dat in het Nieuwe Testament een aantal keer wordt teruggegrepen op de schepping. Daarbij gaat het vaak om de verhouding tussen mannen en vrouwen. Dat lijkt logisch. Want precies dáár zit namelijk de spanning. Ook toen al. Dat kon je weten uit de woorden die God sprak speciaal tegen Eva: “je man zul je begeren, maar hij zal over je heersen.”
De Here Jezus spreekt juist daarom bevrijdend over het huwelijk. Dat mag je niet verbreken. “Van het begin is het namelijk zo niet geweest.” Een knappe jongen die kan aantonen dat de Here Jezus hier niet normatief spreekt. Er is maar één soort huwelijk. Eén van man en vrouw.
Paulus noemt meerdere malen de zondeval en de gevolgen daarvan. Door de zonde van de ene mens Adam moesten alle mensen sterven. Maar ook: door één mens is er genade. Jezus is zijn Naam, dat is: Verlosser.
Wie zou dan bij dat laatste niet terugdenken aan de moederbelofte? Een woord tegen satan, maar mee bestemd voor de oren van Adam en Eva: “satan, jij sloot sluw een verbond. Met de vrouw! Maar daar haal Ik een streep door. Vijandschap. Ook tussen jouw nageslacht en het hare. Haar nakomeling zal overwinnen.” Opmerkelijk dat in dit evangelische kernwoord de man helemaal afwezig is. Als God reageert op dat onzalige verbond tussen slang en vrouw, wordt de man niet genoemd. Wat je wél hoort, is: Vrouw, je krijgt een heel bijzondere taak! Nageslacht!
Er is een helder onderscheid tussen Adam en Eva ook als het gaat om hun zonde. Paulus zegt: niet de man is verleid, maar de vrouw. God zegt: omdat jij naar je vrouw geluisterd hebt, daarom zal de aarde vervloekt zijn. Werken zul je in zweet en tot stof zul je weerkeren.” Een straf die Adam vol raakt in het uitvoeren van zijn oorspronkelijke opdracht. Het leven wordt zwemmen als door stroop. En zelfs als Adam door een slim gebruik van techniek alles zou kunnen vereenvoudigen, dan nog kan hij zijn taak nooit afmaken. De dood maakt aan zijn werken een einde. En daarmee springt ineens het belang van ‘nageslacht’ in het oog. Niet alleen voor de verlossing, maar ook voor het beheer van de aarde. En juist waar het gaat om nageslacht, kunnen we niet anders dan denken aan die bijzondere taak van Eva. Alleen..... haar zonde heeft tot gevolg dat zij juist wordt getroffen in haar primaire aandeel in het komen tot dat noodzakelijke nageslacht. Toch kan alleen zó ook na haar en Adam’s dood het bouwen en bewaren doorgaan. Kinderen ter wereld brengen ten dienste van het beheer van Gods schepping. Maar ook noodzakelijk om te komen tot de geboorte van de Verlosser. Geboortes zijn dus nodig juist vanwege onze sterfelijkheid. Geboortes openen een weg tot verlossing én tot herstel van de schepping. Want een koning kan zonder onderdanen niet zijn. Een kerk zonder een nieuwe generatie sterft. Daarom is het helemaal niet zo cultuurgebonden als Paulus tegen Timoteüs over de vrouw zegt: “ze zal worden gered doordat ze kinderen baart, als ze tenminste volhardt in het geloof, de liefde en in een heilige, ingetogen levenswijze.”
Bijbelse lijnen geven zo aan dat de kerntaak van de man draait om het veilig stellen van het voortbestaan. Vandaar: liefde, onderhoud, zorg en bescherming. En de kerntaak van de vrouw is haar meewerken aan de instandhouding van het menselijk geslacht op een manier zoals alleen een vrouw dat kan. En daarmee is het geschapen biologische verschil tussen mannen en vrouwen ineens niet meer een toevalligheid waardoor vrouwen juist in onze verlichte cultuur in het nadeel zijn. Je kunt het moederschap naar het tweede plan schuiven of totaal ondergeschikt maken aan de individuele ontplooiing van vrouwen, de biologische klok tikt gewoon door. Die laat zich door geen enkele cultuur de wet voorschrijven.
De besluiten van de GS Meppel gaan uit van een rol voor vrouwen die gestuurd wordt door gaven. Een rol waarin het moederschap ook geen hoofdrol meer speelt. Zal ons gereformeerde huwelijksformulier deze ‘move’ gaan overleven. Daarin wordt immers als één van de doelen van het huwelijk genoemd het bouwen aan volgende generaties met het oog op de komst van Gods koninkrijk. Daarnaast spreekt ze adhv Efeze 5 ook nog eens uitgebreid over het patriarchale en stereotype model van de man als hoofd van de vrouw. Het afschaffen van zo’n formulier kan eenvoudig verkocht worden als een volgende stap in de ware bevrijding van de christenvrouw uit de kerker van het Bijbelse huwelijk.
Maar, zo hoog op de toren van onze cultuur, veroorzaakt gebrek aan zuurstof wellicht een soort blindheid. Blindheid voor het feit dat bijna alle argumenten voor de bevrijding van de vrouw ook tot dienst in het regeerambt, geput worden uit hedendaagse inzichten die zich los redeneren van het ‘in den beginne’. Want: Man en vrouw zijn immers volkomen gelijk. Het bij geboorte gekregen mannelijk of vrouwelijke lichaam is absoluut niet bepalend voor je genderidentiteit. Deze is namelijk een zaak van eigen keus, die je desgewenst kunt veranderen. Onze politiek eiste daarom afgelopen donderdag in het 2de kamerdebat over Nashville en LHBT dat we als maatschappij een einde maken aan dat onbarmhartige binaire Bijbelse beeld van man en vrouw. De geschiedenis van Mirjam maakt echter duidelijk dat de Schepper van dergelijke correcties niet gediend is. En diezelfde Schepper plaats nu juist de vrouw, ondanks haar zonde, op een ongelooflijk eervol voetstuk als het gaat om het voortbestaan van het menselijk geslacht, bevrijd van die ellendige slang. Dan gaat het dus ook om het voortbestaan van de kerk. Niet het zaad van de man, maar dat van de vrouw is bepalend voor de toekomst. Precies dat zien we ook in de vervulling van die oude, matriarchaal gekleurde moederbelofte. Jozef blijkt als man totaal niet nodig te zijn in de verwekking van onze Verlosser. Hij had slechts de opdracht om te zorgen voor veiligheid en onderhoud voor Maria en haar kind. Jozef moest een muur vormen rondom zijn vrouw terwille van het Zaad van onze toekomst.
Maria sprak totaal anders dan Mirjam. Zij kreeg de taak om moeder te worden. Op een moment dat dit door Jozef en haar niet gepland was. Haar antwoord aan de engel was niet: ‘maar mijn carriëre dan?’ Of: ‘maar Gabriël, een ongehuwde moeder, dat is toch niet van deze tijd?’ Nee, zij spreekt woorden die alleen een vrouw kan uitspreken die haar taak in het Koninkrijk ontdekt en ook wil aanvaarden: Fiat mihi. Mij geschiede. En dat is voortaan het antwoord voor mannen en vrouwen beiden, die in hun huwelijk beeld willen zijn van de verhouding tussen Christus en zijn gemeente. Als de kerken zich echter laten verslaan door onze verlichte cultuur, zullen er weinig mannen en vrouwen overblijven die bereid zijn om gehoorzaam aan de wereld te tonen hoe groot de liefde van Christus is. En hoe veilig en goed vrouwen en kinderen het hebben waar de liefde van Christus zich meester gemaakt heeft van vrouwen én mannen.
Wie in het vaststellen van de rol voor man en vrouw echter toch wil blijven uitgaan van dezelfde gaven voor mannen en vrouwen, moet voor zichzelf ook deze vraag beantwoorden: hoe en waar gebruik ik mijn gaven? En vooral: voor Wie? Laat je dan eens inspireren door de woorden van een wijze moeder in Zuid Afrika. Bepaald geen sloof, maar iemand die een eigen, grote en moderne lodge in Pretoria beheert. Ze zei, horend van wat er speelt in onze kerken: “Terwille van onze toekomst mag ik als vrouw mijn gaven gebruiken om mijn dochters te helpen godvruchtige vrouwen en zo mogelijk ook moeders te worden. En mijn zoons leer ik, heel bewust, wat het betekent om een dienend leider te zijn.” Zulke moeders zijn wat mij betreft niet stereotyp of traditioneel, maar spelen een sleutelrol in het voortbestaan van de kerk van Christus en de komst van zijn Rijk.