Lieve kinderen,
Daar gaan we! Eindelijk zijn we toegekomen aan het lezen van Genesis 1-3. Je kunt het natuurlijk zo moeilijk maken als je zelf wilt. Er zijn namelijk twee scheppingsverhalen. Maar we hoeven volgens mij geen spelletje te doen ‘zoek de verschillen’. Ik beschouw de beide verhalen als vensters waardoor de Here God ons, voor zover Hij dat nodig acht, getuige laat zijn van zijn schepping. Het zijn twee vensters die licht werpen op één en dezelfde werkelijkheid. En deze vensters geven ons niet een alomvattend beeld, maar slechts een door de Here bepaalde selectie. Gelukkig maar: hoe zou je iets wat in de eeuwigheid gebeurd is kunnen persen in woorden en in een brein als dat van ons wat nog altijd onderworpen is aan de tijd?
Venster 1 (Genesis 1: 1 - 2: 4)
Het eerste venster verlicht voor ons het feit dat God hemel en aarde geschapen heeft. Hij deed dat in 6 dagen en Hij rustte op de 7de dag. We lezen iets over het overleg wat God had met Zichzelf om te komen tot het scheppen van het mooiste van alles: de mens. De mens werd mannelijk en vrouwelijk geschapen en zowel man als vrouw mochten Gods beeld vormen en kregen een opdracht waartoe ze volmaakt werden toegerust. Man en vrouw waren dus volkomen gelijkwaardig! Zij kregen samen de opdracht om de aarde te bevolken. Daartoe ontvingen zij een zegen (wees vruchtbaar). Ze kregen ook samen de opdracht om over de aarde te heersen als beeld (= vertegenwoordiger) van God. Voedsel werd hun aangewezen.
Venster 2 (Genesis 2: 5 - 25)
Het tweede venster zoomt in op een bepaalde plek op de aarde: de hof van Eden. Wat gebeurt daar? De hof is een prachtige maar afgeschermde plek waar alles uitbundig groeit en bloeit, waar dieren in alle soorten en maten leven. Misschien was er nog niet een volmaakte orde, maar het is duidelijk dat er in de hof geen chaos was zoals buiten de hof nog wel het geval was. Gods bedoeling was dat de hof zich zou uitbreiden over heel de aarde. En omdat dieren nu eenmaal dieren zijn die een weinig ruime horizon hebben omdat ze niet denken kunnen, schiep God de mens. En die mens kreeg de opdracht om alles zo te regelen en te beheren dat op termijn de hele aarde een hof van Eden geworden zou zijn. Tussen de schepping van Adam en Eva zit een bepaalde tijd.
Niet gelijktijdig en niet gelijk geschapen
Omdat God Zelf beide genoemde vensters opent en omdat Hij hierin Zelf tot de mensheid spreekt, is het belangrijk te zien dat God eerst Adam schiep. Ik weet dat er uitleggers zijn die zeggen dat God eerst een (soort neutrale) mens schiep die pas de man Adam werd op het moment dat de vrouw Eva op het toneel verscheen. De mens zou dan dus na verloop van tijd gesplitst zijn in een man en een vrouw. Ik vind dat erg vergezocht en het lijkt wel of deze uitleg alleen maar een dikke streep wil zetten onder de (veronderstelde) gelijkheid van man en vrouw. Op deze gedachte kom je alleen als je de gelijkheid van man en vrouw eerst als uitgangspunt neemt. Maar ook dan blijft de vraag: waarom schiep God eerst die ene mens die later Adam werd en niet de mens die later Eva werd? En waarom zong alleen Adam een lied toen God de vrouw bij hem bracht?
Ik volg dus een andere route: in z’n wijsheid schept God eerst de man Adam. Deze krijgt de opdracht om alle dieren een naam te geven (te classificeren om ze een geschikte plek te kunnen toewijzen). Hij, Adam, krijgt ook het verbod te horen dat hij niet mag eten van de boom van kennis van goed en kwaad en dat hij bij overtreding van dit gebod onherroepelijk zal sterven.
Adam is aan het werk gegaan. Zoals we later lezen kwam God gewoonlijk aan het einde van de middag naar de aarde. Tijd voor overleg. Adam doet verslag en stelt z’n vragen en doet voorstellen. God en Adam wandelen samen. Ze hebben de tijd voor elkaar en genieten van de schepping.
Adam ontdekt dan dat hij niet zoals de dieren een ‘soortgenoot’ heeft met wie hij kan optrekken. Hoe lang Adam alleen geweest is, weet ik niet. Maar het is duidelijk dat Adam al een stuk levensgeschiedenis achter de rug had toen God besloot om aan hem een helper te geven. God schiep een vrouw en bracht haar naar Adam. Adam was dolgelukkig en noemde haar Mannin (vrouw) vanwege het feit dat dit prachtige schepsel gebouwd was uit een rib van de man en zo vlees van zijn vlees en been van zijn been vormde. Het was volop genieten voor hen beiden. En dus ook voor God. Hier zijn twee mensen die niet zonder elkaar kunnen en ook niet willen en die leven en werken mogen als vertegenwoordigers van de Schepper op aarde.
Adam eerst
Paulus definieert de onderdanige positie van vrouwen in de gemeente en dan gebruikt hij als argument het Schriftuurlijke feit dat Adam als eerste geschapen is en dat Adam niet uit Eva geschapen is maar Eva uit Adam. Ik hoor om mij heen nu een groot koor roepen dat “eerder of later geschapen zijn” helemaal niets zegt over meer of minder. En daar ben ik het voor 100% mee eens. Dat wisten we al toen we goed keken door het eerste venster: Adam en Eva, beiden beeld van God. Volkomen gelijkwaardig! Maar betekent dat nu dat het voor God lood om oud ijzer was wie van de mensen Hij het eerst zou scheppen? Ik denk niet dat iemand dat met droge ogen kan beweren. Houd nog even vast dat we een Woord van God krijgen over een gebeurtenis die beschreven wordt alsof deze gewoon plaatsvindt in de tijd die wij kennen. Maar in werkelijkheid gaat het om een gebeuren in eeuwigheid wat door God Zelf samengevat is in twee korte verslagen. Niet volledig (dat kan niet), maar wel genoegzaam. Elk detail is daarom belangrijk en mogen we niet aan de kant schuiven als niet ter zake doende. God schiep eerst de man. En na verloop van een bepaalde tijd schiep Hij de vrouw. En deze vrouw schiep God niet op dezelfde manier als Hij Adam had geschapen. Zij werd uit de man genomen. Ongetwijfeld om een diepe en ook fysieke verbondenheid mogelijk te maken. Maar tegelijk dus wel heel anders dan het bij de dieren was gegaan. Die werden in één keer als mannetjes en vrouwtjes geschapen en niet op een verschillende manier. Met Eva gaat het dus anders. Uit de man genomen en aan de man gegeven. Als wat? Als helper. Dat zijn Gods woorden! En de vrouw hoeft zich voor deze ‘titel’ niet te schamen want God noemt Zichzelf soms ook een Helper! Zelfs als God niet meer had geopenbaard dan dit, dan kun je rustig stellen dat Paulus zichzelf niet voor aap zet omdat hij in deze (chronologische) gang van zaken een bevestiging ziet voor de verschillende rol die hij mannen en vrouwen in de gemeente voorhoudt. Maar het verhaal is nog niet uit. Alleen, het lijkt me beter dat ik daarover de volgende keer zal schrijven.
Als jullie dit lezen, zijn ma en ik weer voor een periode in Zuid Afrika. Hou me op de hoogte!
Groeten, pa.