1. impressies
Mij is gevraagd te reflecteren op ontwikkelingen in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKv) vanuit een katholiek perspectief. Katholiek in de betekenis van: de kerk van alle tijden die verspreid is over de hele wereld, onder alle volken en talen. De vraag is dus hoe recente ontwikkelingen in de GKv getaxeerd moeten worden in het kader van haar verbinding met de kerk van alle tijden en alle plaatsen.
Mij is gevraagd te reflecteren op ontwikkelingen in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKv) vanuit een katholiek perspectief. Katholiek in de betekenis van: de kerk van alle tijden die verspreid is over de hele wereld, onder alle volken en talen. De vraag is dus hoe recente ontwikkelingen in de GKv getaxeerd moeten worden in het kader van haar verbinding met de kerk van alle tijden en alle plaatsen.
Ik neem aan dat ik gevraagd ben hierover iets te zeggen omdat ik geen lid ben van de GKv maar toch wel sterk verbonden met deze kerken. Ik heb mijn theologische opleiding genoten aan de Theologische Universiteit in Kampen. In 1989 ben ik vertrokken uit Nederland en ik heb inmiddels vijftien jaar in Zuid-Afrika gewerkt (als zendeling in Soshanguve) en daarna vijftien jaar in Canada (als hoogleraar in Hamilton). Vanwege banden met familie en vrienden kom ik nog elk jaar een keer naar Nederland. Ik sta hier dus als buitenlandse broeder, een outsider die ook nog een beetje insider is.
Een mens wordt beïnvloed door de omgeving waar hij woont en leeft. Dat geldt voor u, dat geldt voor mij. In Zuid-Afrika was het mijn taak het evangelie te verkondigen aan mensen die voor een deel nog in een pre-moderne tijd leefden maar die ook toch beïnvloed werden door de moderne en zelfs de postmoderne tijdgeest. In Canada leef ik nu in een modern/postmoderne samenleving die in veel opzichten vergelijkbaar is met de Nederlandse. Door dit alles ben ik meer bewust geworden van de kracht van Bijbels-gereformeerd denken voor pre-moderne, moderne en post-moderne mensen.
Recente ontwikkelingen
Er valt veel te zeggen over de recente ontwikkelingen in de GKv maar het ligt voor de hand te beginnen bij de besluiten van de synode Meppel 2017. De afgelopen jaren was het duidelijk geworden dat in de GKv de roep om de ambten open te stellen voor vrouwen sterker werd. Ik dacht dat de synode een voorzichtige koers zou varen: misschien het ambt van diaken opstellen voor vrouwen en nog doorstuderen op de vraag of vrouwen ook ouderling en predikant kunnen zijn. De synode besloot echter met onmiddellijke ingang alle ambten open te stellen: diaken, ouderling, en predikant. De snelheid en de radikaliteit waarmee deze ontwikkelingen plaatsvonden is opmerkelijk. Per slot van rekening is het nog niet zo lang geleden dat de GKv andere kerken berispten omdat zij vrouwelijke ouderlingen en predikanten hadden. Nu opeens een radikale koerswijziging die gepresenteerd werd als: we zijn “verder gekomen” in ons verstaan van de Schrift…
Toch was de begronding van de synode-besluiten zwak. Ook voorstanders van de vrouw in het ambt hebben dit gezegd. Prof. Ad de Bruijne, bij voorbeeld, noemde de Bijbelse onderbouwing “hoogst aanvechtbaar.”i De zogenaamde zwijgsteksten uit de brieven van Paulus (1 Kor. 14, 1 Tim. 2) werden grotendeels onbesproken gelaten. De conclusies die uit andere Bijbelteksten getrokken werden, waren vaak veel te kort door de bocht.
Katholiek?
Er is al veel gezegd en geschreven over de synode-besluiten. Ik hoef dat niet te herhalen. Gezien mijn invalshoek, wil ik in herinnering roepen het advies van prof. B. Kamphuis aan de synode van 2014. Hij vroeg daarin aandacht voor de katholiciteit van de kerk en stelde dat “de visie dat naast mannen ook vrouwen mogen dienen in de kerkelijke ambten niet katholiek is. Het is een visie die pas sinds ongeveer een eeuw is opgekomen, en alleen nog binnen een deel van het wereldwijde protestantisme.” Prof. Kamphuis vroeg de synode te luisteren naar de stemmen van de zusterkerken in het verleden en vandaag, met verwijzing naar het woord van Paulus: “Heeft het woord van God zich soms verspreid vanuit uw gemeente? Of heeft het enkel u bereikt?” (1 Kor. 14:36) De synode van 2014 luisterde nog naar dit advies. De synode van 2017 niet meer. De buitenlandse afgevaardigden werden vriendelijk ontvangen maar hun adviezen werden genegeerd.
Waarom toch deze enorme haast om een besluit te nemen dat een breuk betekent niet alleen met negentien eeuwen kerkgeschiedenis maar ook met allerlei zusterkerken in het buitenland? De verklaring zal ongetwijfeld complex zijn, maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het verlangen naar eenwording met de Nederlandse Gereformeerde Kerken een sterke motivatie is geweest. Overigens vraag ik me wel af waarom de band met de Christelijke Gereformeerde Kerken dan géén rol heeft gespeeld. In 1998 hebben deze kerken zich immers immers op grond van een uitvoerig studierapport uitgesproken tegen vrouwelijke ambtsdragers.
U weet hoe de buitenlandse zusterkerken denken over de besluiten van de synode Meppel. Een eerste indicatie daarvan kwam gelijk al in juli 2017 toen de GKv geschorst werden als lid van de ICRC, een organisatie waarvan de GKv zelf een van de initiatiefnemers was in de jaren tachtig. De kerken waarvan ik zelf lid ben, de Canadian Reformed Churches, hebben inmiddels ook de banden met de GKv verbroken.
Het doet mij ook persoonlijk verdriet. Ik heb op verschillende plaatsen in de wereld gewoond maar ik zag de GKv toch altijd nog als mijn moederkerk en Kampen als mijn alma mater. Toen de synode van Meppel haar besluiten nam, had ik het gevoel mijn ouderlijk huis te zijn kwijtgeraakt.
Theologische verschuivingen
Er moet in dit verband ook iets gezegd worden over de theologische ontwikkelingen in de GKv. Ik denk hierbij met name aan verschuivingen in de hermeneutiek zoals die naar voren gekomen zijn in rapporten aan de synode en in publicaties door hoogleraren in Kampen. Er is sprake van een nieuwe manier van omgaan met de Bijbel. Twee voorbeelden:
In het rapport “Samen dienen” van het deputaatschap M/V en ambt (2016) valt het op de deputaten spreken van twee lijnen in de Bijbel, een genadige lijn (waarbij man en vrouw gelijk zijn) en een cultuurbepaalde lijn (waarbij de vrouw ondergeschikt is aan de man).ii In de Bijbel, zegt het rapport, komen die beide lijnen nog niet echt samen. De genadige lijn kom je vooral bij de Here Jezus tegen, maar bij Paulus ligt dat anders. Bij hem kom je nog (let op dat woordje “nog”) uitspraken tegen die door de cultuur van die tijd ingegeven zijn. Maar de richting waarin het gaat moet, is wel aangegeven. Nu we in een cultuur leven waarin man en vrouw volkomen gelijk zijn, kunnen we de genadige lijn doortrekken en de cultuurbepaalde uitspraken van Paulus als het ware tussen haakjes zetten. Nu zou hier vanalles over te zeggen zijn, maar ik wil op dit moment alleen deze opmerking maken: Hier wordt impliciet een tegenstelling gecreëerd tussen de woorden van Paulus en de woorden van de Here Jezus. Zo doet men tekort aan het gereformeerde uitgangspunt dat de gehele Schrift het geïnspireerde Woord van God is. Veel meer dan vroeger stelt de exegeet zich zelfstandig op ten opzichte van uitspraken in Gods Woord en beoordeelt hij wat vandaag wel en niet van toepassing is.
Theodrama
Een tweede voorbeeld is het boek Gereformeerde hermeneutiek vandaagiii waarin professoren van de Theologische Universiteit in Kampen rekenschap afleggen van hun hermeneutische approach. Terwijl er hoofdstukken in dit boek staan die een klassiek gereformeerd geluid laten horen, is het uit andere hoofdstukken duidelijk dat er verschuivingen zijn.
Ik denk bijvoorbeeld aan de hoofstukken van Burger en De Ruijter die zich positief uitlaten over het concept van het theodrama zoals dat gepropageerd is door de theologen Kevin Vanhoozer en Tom Wright. Dit is moeilijk in een paar minuten uit te leggen maar heel in het kort gaat het hier om: Gods verlossend handelen wordt vergeleken met een drama waarin Hij de leiding heeft en wij de acteurs zijn. In het Oude en Nieuwe Testament hebben we een goede beschrijving van de vroegere bedrijven van dit grote drama, maar voor de huidige “acte” hebben we dat niet. Dus moeten we al improviserend onze weg zoeken, gebruikmakend van de beschrijving van de vorige bedrijven, en biddend om de leiding van de Geest.
Dat klinkt mooi, maar intussen is het gezag van de Bijbel sterk verminderd en heeft de exegeet zich verzelfstandigd ten opzichte van Gods Woord.iv Het begrip geloofs-gehoorzaamheid dat kenmerkend was voor de klassieke gereformeerde benadering is ingeruild voor het begrip gelovig improviseren. Vroeger dachten we dat we moesten buigen voor Gods wil zoals geopenbaard in de Schriften. Nu moeten we, zegt Wright, al improviserend onze weg zoeken. Maar dan zijn we behoorlijk ver verwijderd van wat we belijden in artikel 7 van de NGB: “Wij geloven dat deze Heilige Schrift de wil van God volkomen bevat en voldoende leert al wat de mens moet geloven om behouden te worden. Daarin heeft God uitvoerig beschreven op welke wijze wij Hem moeten dienen.”
We snappen allemaal wel dat de Bijbel ons niet tot in detail voorschrijft hoe we als christenen vandaag moeten leven, maar in de gereformeerde traditie hebben we toch altijd gezegd dat Gods Woord duidelijk is en klaar, en dat het ons genoegzaam onderricht geeft over hoe wij Hem hebben te dienen. Het lijkt erop dat deze overtuiging bezig is te verdwijnen. Ik kom regelmatig de uitspraak tegen dat wij in deze tijd zoekend onze weg achter Christus moeten aangaan. Ik kreeg onlangs een brief onder ogen van een kerkenraad hier in Nederland waarin de gemeente meegedeeld wordt dat de ambten opengesteld gaan worden voor vrouwen in de gemeente. De kerkenraad signaleert dat er verschillende meningen zijn over deze zaak en zij roept de gemeente op gezamenlijk een zoektocht te ondernemen. Citaat: “Dit zoeken naar de implicaties van onze verbondenheid met Christus is een doorgaand proces van improviseren.” Tom Wright zou applaudiseren bij deze zin, maar ik signaleer opnieuw de verschuiving die heeft plaatsgevonden.
Vroeger zeiden gereformeerde mensen: we moeten luisteren naar de stem van de Goede Herder en Hem volgen. Nu wordt ons gezegd dat we al improviserend onze weg moeten zoeken achter Christus aan. Het roept de vraag op: Is de stem van de Goede Herder onduidelijk geworden? Geloven we nog wat Paulus schrijft in 1 Tim. 3:16 “Elke schrifttekst is door God geïnspireerd en kan gebruikt worden om onderricht te geven, om dwalingen en fouten te weerleggen, en om op te voeden tot een deugdzaam leven.” Dit betekent niet dat elke tekst in de Bijbel gemakkelijk uit te leggen is. Petrus zegt dat er dingen staan in de brieven van Paulus die moeilijk te begrijpen zijn (2 Pt 3:16). En toch zegt diezelfde Petrus ook dat geen enkele profetie een eigenmachtige uitleg toelaat (2 Pt 1:20). Gods Woord is duidelijk. Daarom kunnen we doen wat men ook in Berea deed: de Schriften bestuderen om te zien of het waar is wat er verkondigd wordt (Hand. 17:11).
In het tweede deel van mijn bijdrage wil ik trachten een evaluatie te geven van de ontwikkelingen in de GKv.
2. evaluatie
Denkend aan Holland zie ik brede rivieren traag door oneindig laagland gaan, zei Hendrik Marsman. Denkend aan Canada zie ik grote meren, uitgestrekte prairies, en Rocky Mountains. De geografie van de twee landen is heel verschillend. Maar er zijn veel overeenkomsten in het denken van de mensen (de tijdgeest). In beide gevallen is de samenleving toenemend post-christelijk en probeert men zich te ontdoen van alle mogelijke christelijke resten. De premier van Canada, Justin Trudeau, is een zelf-verklaard feminist. Verschillen tussen mannen en vrouwen moeten genegeerd worden. Er moeten evenveel vrouwen als mannen zijn in de regering, in topposities in de samenleving, enz. En dan is er de enorme druk van de LGBT beweging. Of je nu man of vrouw bent, of transseksueel of nog iets anders, het moet je eigen keus zijn en het mag niets te maken hebben met je biologische kenmerken (je lichaam). Deze visie wordt zeer agressief gepromoot. Ik zou daar allerlei voorbeelden van kunnen noemen.
Het is dus goed te begrijpen dat de druk van de samenleving in de kerken gevoeld wordt. In de Canadese kerken maken we dat ook mee. Jongelui die studeren aan hogescholen en universiteiten, hebben het zwaar. Christelijke politici die er voor uitkomen dat ze pro life zijn (tegen abortus), worden door de media achtervolgd. Je vraagt je af, ook in Canada: Zullen onze mensen tegen deze constante druk bestand zijn?
Denkend aan de ontwikkelingen in de GKv, geloof ik niet dat de recente synode-besluiten over man/vrouw en ambt genomen zijn omdat men zogenaamd “verder gekomen” is in het verstaan van de Schriften. Het lijkt er eerder op dat men bezweken is onder de druk van het postmoderne levensgevoel. “Je kunt het in deze tijd toch niet meer maken om vrouwen geen leidinggevende posities te geven,” is een veelgehoord argument. De synode heeft wel geprobeerd om een Schriftuurlijk fundament te leggen onder haar besluiten, maar uiteindelijk was het de invloed van de samenleving die de doorslag gaf.
Omgegaan
Toch moet er meer aan de hand zijn. Hoe komt het dat andere kerken (CGK, HHK, Gereformeerde Bond, enz.) blijkbaar meer weerbaar zijn? Hoe komt het dat de GKv in zo korte tijd “omgegaan” zijn terwijl het bij andere gereformeerde kerkgenootschappen veel langer duurt, of zelfs helemaal niet gebeurt? Heeft het iets te maken met het typisch vrijgemaakte verlangen om een moderne kerk te zijn die “in de wereld” wil zijn zonder “van de wereld” te zijn (een mooi maar riskant ideaal)? Is het misschien een overreaktie tegen het vrijgemaakte verleden toen alles draaide om de ware kerk? Schamen de vrijgemaakten zich voor wie ze geweest zijn? Heeft het iets te maken met verval in de prediking en de catechisatie, waardoor er een algemeen gebrek aan Bijbelse en confessionele kennis ontstaan is?
Als buitenstaander ben ik niet in staat deze vragen te beantwoorden. Ik kan wel zeggen: Als je eenmaal begint toe te geven aan de druk vanuit de samenleving, is het eind zoek. Er zijn weinig kerkgemeenschappen die ten halve gekeerd zijn, al is het niet onmogelijk. De meeste kerken in Westerse landen die begonnen zijn met de ambten open te stellen voor vrouwen, zetten niet veel later de volgende stap: het inzegenen van homoseksuele relaties. Het is een bekend patroon. Eerst worden de ambten opengesteld voor vrouwen. Daarna worden homoseksuele relaties toegestaan en ingezegend, en dan krijg je op een gegeven moment ook ambtsdragers die in zulke relaties leven. Het is te begrijpen. Dezelfde hermeneutiek die gebruikt wordt om de ambten open te stellen voor vrouwen kan ook gebruikt worden om homohuwelijken toe te staan.
Je ziet vaak dat andere dingen dan ook van karakter veranderen. Bijvoorbeeld het karakter van de catechese. De catecheet moet geen onderricht geven, hoor je iemand zeggen: hij moet een gesprekspartner zijn voor de jeugd. Ook de visie op op zending verandert: niet meer primair gericht op evangelie-verkondiging maar vooral ook op sociale en economische hulp. Ook de evangelisatie moet anders: we moeten het wat minder hebben over de zonde en over Gods toorn, zegt men dan, want dat komt niet goed over bij buitenstaanders.
Zo verliest een kerk langzamerhand haar gereformeerd-Bijbelse karakter. De mensen die moeite hebben met deze ontwikkelingen zijn, worden aanvankelijk nog gedoogd in de kerk, maar na verloop van jaren komt daar een einde aan en dan is er geen geduld meer met de orthodoxen. Laat ik dit illustreren met wat er gebeurd is in de Reformed Church in America (equivalent met de PKN in Nederland).v In 1980 werden alle ambten opengesteld voor vrouwen, maar er werd een zogenaamde “gewetens-clausule” toegevoegd. Niemand zou verplicht worden mee te werken aan de bevestiging van vrouwelijke ambstdragers. Als een predikant gewetensbezwaar had, kon hij niet gedwongen worden om vrouwen in het ambt te bevestigen. Maar intussen ging de ontwikkeling verder en in 2012 is de gewetens-clausule geschrapt. Gewetensbezwaar of niet, iedereen moet mee.
Hoe verder?
Hoe moet het verder met de GKv? Als buitenlandse broeder moet ik bescheiden zijn, maar u hebt mij gevraagd vrijmoedig te spreken, dus laat ik een paar dingen mogen zeggen.
In de eerste plaats wil ik u opwekken vast te houden aan de overtuiging dat Gods Woord betrouwbaar is en klaar. Het is geen zogenaamd “script” voor vroegere tijden. Houdt vast aan wat we belijden in de NGB, de artikelen 1-7. Wij geloven dat God ons zijn Woord gegeven heeft “om ons geloof daarnaar te richten, daarop te gronden en daarmee te bevestigen” (art. 5). In Gods Woord hebben we vaste grond onder de voeten. Wij hebben inzicht nodig en leiding door de Geest, maar we hoeven gelukkig niet al zoekend te improviseren. We hebben een Leidsman ten leven, die Here Jesus Christus, die zijn kerk regeert door zijn Woord en Geest (HC, Zondag 21).
In de tweede plaats wil ik u oproepen vast te houden aan de overtuiging dat mannen en vrouwen verschillende taken hebben in de dienst van de Here. De apostel Paulus, geleid door de Heilige Geest, vraagt van mannen liefdevol leiding te geven in het gezin en hij vraagt van de vrouw die liefdevolle leiding te aanvaarden (Ef. 5:22-32). Voor het kerkelijke leven vraagt hij dat we rekening houden met de onderscheiden schepping van man en vrouw (1 Tim. 2:13; 1 Kor. 14:34) en met de realiteit van de zondegeschiedenis in het paradijs (1 Tim. 2:14).vi Ik besef dat u onder grote druk staat om in plaatselijke gemeenten vrouwen toe te laten tot leidinggevende ambten in de kerk. Maar denkt u dan maar gerust “katholiek.” Wereldwijd en door de eeuwen heen hebben de kerken de brieven van de apostel Paulus aanvaard als geïnspireerd door de Heilige Geest. En Paulus’ voorschriften zijn altijd zo toegepast dat mannen geroepen worden liefdevolle leiding te geven in hun gezin en dat sommige mannen geroepen worden leiding te geven in de kerk.
Nu moeten we niet van de weeromstuit in defensief conservatisme vervallen. We moeten juist positief ervan uitgaan dat de apostolische voorschriften heilzaam zijn voor het funktioneren van mannen en vrouwen in gezin en kerk. In een kerk waar Paulus’ voorschriften gehonoreerd worden, kunnen vrouwen hun gaven optimaal gebruiken en ook werkelijk floreren. Je ziet dat trouwens ook bij Paulus zelf. Als je Romeinen 16 leest, met die lange lijst van groeten een mensen die met hem meegewerkt hebben in de dienst van het evangelie, dan vind je in die lijst ook de namen van diverse vrouwen. Dat komt van dezelfde apostel die 1 Tim. 2 en 1 Kor. 14 schreef!
Verkeerde weg
In de derde plaats de vraag: wat moet je doen als de kerk doorgaat op de ingeslagen weg en als je ervan overtuigd bent dat deze weg verkeerd is? Hier stuiten we op het moeilijke gegeven dat mensen die het eens zijn over hun zorgen met betrekking tot de kerk, het oneens kunnen zijn over wat er dan concreet moet gebeuren. Vijftig jaar geleden hadden de twee grote Engelse theologen Martyn Lloyd-Jones en John Stott een hevig meningsverschil over deze vraag. Lloyd-Jones riep de mensen op te breken met de Anglicaanse kerk. John Stott riep hen op te blijven.
Moet je gaan of blijven? Tot hoe lang kun je blijven? Wat is je taak ten opzichte van de kerk waarvan je lid bent? Wat zijn de gevolgen voor je kinderen als je blijft? En als je weggaat, waar ga je dan heen? Vanuit het buitenland kan ik geen concrete antwoorden geven op deze vragen. Ik kan het begrijpen dat sommigen weggaan. Ik kan het waarderen dat anderen voorlopig blijven.
Ik zou alleen dit willen zeggen: ga niet bij de pakken neerzitten. Er ligt hier een taak voor kerkenraden die positie moeten innemen, en die via de kerkelijke weg actie kunnen ondernemen richting volgende synode. Dat is het kerkelijke front, zogezegd. Maar er is meer. Ik heb de indruk dat er op dit moment veel gemeenteleden zijn in de GKv die bezorgd en ongelukkig zijn over de huidige ontwikkelingen. Ze voelen zich als schapen die verstrooid zijn, zonder herder. Deze mensen hebben leiding en bemoediging nodig. Daarom lijkt het mij dat er meer concrete leiding gegeven moet worden. Het is prachtig dat er een blad is als Nader Bekeken waarin dingen goed geanalyseerd worden. Er staat veel goed materiaal op de website van MVEA. Toch heb ik de indruk dat de reaktie van de verontrusten in de GKv tot nu toe tamelijk timide is geweest. Ik denk dat er meer moet gebeuren. Je kunt praten over welke vorm dat concreet moet krijgen, maar op een gegeven moment moet je meer doen dan analyseren, je moet de mensen ook mobiliseren. Bezinning en handelen moet samengaan.
Ik besef heel goed dat dit moeilijk is. Wie heeft zin in een nieuwe kerkstrijd? En wie is in staat deze strijd te voeren op een manier die de Here welgevallig is? Hoeveel zonden zijn er in het verleden al niet begaan met kerkelijke breuken? Inderdaad, er kan veel misgaan. Toch moet dat geen reden zijn dan maar het hoofd in de schoot te leggen. Het moet wel reden zijn ons uiterste best te doen een christelijke en broederlijke toon in onze reacties te hanteren. Een reactionaire houding helpt niet. Een positieve uiteenzetting van wat de Here ons voorhoudt in zijn Woord, hopelijk wel.
Daarom moet er veel gebed zijn dat actie zuiver ondernomen zal worden, geleid door de Geest. En laat u bemoedigen door het feit dat u niet alleen staat. In Nederland en in het buitenland zijn er velen die eensgeestes zijn met u en die hartelijk met u meeleven. Wat er ook gebeurt, wees trouw en gehoorzaam in uw concrete taak, en vertrouw er op dat de Here uw trouw en gehoorzaamheid zal zegenen.
i Ad de Bruijne, column in Nederlands Dagblad, 8 juli 2017
ii Rapport ‘Samen Dienen,’ bl. 15
iii Ad de Bruijne en Hans Burger (red.), Gereformeerde hermeneutiek vandaag: Theologische perspectieven. Barneveld: De Vuurbaak, 2017.
iv Voor een kritische bespreking van Wright’s visie op het gezag van de Schrift, zie D.A. Carson. Collected Writings on Scripture (Crossway, 2010), 283-301. Ook online beschikbaar: http://www.reformation21.org/shelf-life/three-books-on-the-bible-a-critical-review.php
vi Formuleringen van J. van Bruggen, advies aan GKv synode 2014.