Bezinning Man, Vrouw en Ambt
Studie naar bijbeluitleg, achtergronden en gevolgen van de synode-besluiten Meppel 2017 en Goes 2020
home start hier
werkgroepen
bronnen agenda over ons contact
zaterdag 13 oktober 2018
12 mannelijke apostelen? Paste ook Jezus zich aan?

Je kunt er onmogelijk om heen: hoe belangrijk vrouwen ook waren om de boodschap van Jezus’ opstanding tussen de oren van zijn 12 eerste discipelen te krijgen, zijn uitgezonden apostelen waren stuk voor stuk mannen. Als oor- en ooggetuigen hebben zij de taak om in te staan voor de feiten en dat getuigenis aan de wereld voor te houden. Het is de kracht van God tot ons behoud (Rom. 1:16), op een planeet waar ook Gods toorn zichtbaar en tastbaar is (Rom. 1:18).

Je kunt er onmogelijk om heen: hoe belangrijk vrouwen ook waren om de boodschap van Jezus’ opstanding tussen de oren van zijn 12 eerste discipelen te krijgen, zijn uitgezonden apostelen waren stuk voor stuk mannen. Als oor- en ooggetuigen hebben zij de taak om in te staan voor de feiten en dat getuigenis aan de wereld voor te houden. Het is de kracht van God tot ons behoud (Rom. 1:16), op een planeet waar ook Gods toorn zichtbaar en tastbaar is (Rom. 1:18).

Op hun beurt dragen deze eerste zendelingen hun taken weer over aan oudsten. Op basis van het fundament van het apostolisch onderwijs moeten zij de gemeente bij de gezonde leer houden. Ook die oudsten waren overduidelijk mannen (1 Tim. 3:2; Titus 1:6). De synode van Meppel 2017 signaleerde overigens ook dat in het Oude Verbond als regel mánnen de reguliere kerkelijke ambten vervulden van profeet priester en koning en dat ook mánnen de functie van oudste bekleedden.

Daarover is geen verschil van mening. De hamvraag is hoe je dat moet inschatten en waarderen. Is dat een gevolg van een mannelijke (heers)cultuur, waarin vrouwen als vanzelf worden weggedrukt en ook gemakkelijk worden ónderdrukt? Of tekent zich daarin iets af  van de verschillende positie af tussen man en vrouw zoals God die vanaf de schepping heeft bedoeld?

Opvallend is dat de synode de periode van het oude verbond vooral tekent als een tijd waarin vrouwen al een sleutelrol toebedeeld konden krijgen en mannen veelal faalden. De overgang van oud naar nieuw verbond verbond kenmerkt zich dan door een nieuwe tijd, waar eeuwen naar ‘gesmacht’ is en waarin vrouwen eindelijk tot hun ‘recht’ mogen komen.
Volgens ons trek je daarmee het beeld behoorlijk scheef. Niet alleen komen we in het Oude testament ook falende vrouwen tegen (o.a. Mirjam, die de ambtelijke positie van Mozes begeerde!), maar karakteriseert Gods Woord zelf het verschil tussen oud en nieuw Verbond wel anders dan de synode doet (zie met name de Hebreeën-brief).

Pleitbezorgers van bovenstaande benadering typeren algauw de tijd van het oude verbond als een periode van mannelijke overheersing en een tijd, waarin ‘mannen naar believen beschikken over de vrouw’. Op dat beeld valt nog wel wat af te dingen, wat ons betreft. Zeker dat laatste lijkt ons een karikatuur. Zowel het Oude als het Nieuwe Testament spreken een andere taal en schetsen een ander beeld.

In het eerste geval blijft de vraag hoe Jezus Christus het over zijn hart kon verkrijgen alleen mánnen als apostel aan te stellen Die apostelen met hun onderwijs zijn het fundament voor Christus’ kerk, gebaseerd op de hoeksteen Christus. Volgens sommigen paste ook Jezus zich aan de (mannelijke) cultuur aan, om het evangelie gemakkelijker ingang te doen vinden. Hij liet bewust de paradijsnorm van gelijkwaardigheid en gelijkheid in positie voor wat die was en offerde dat ideaal op ter wille van een hoger doel.

Een paar essentiële vragen dienen zich (opnieuw) aan.

  • Was in het paradijs al sprake van volledige gelijkwaardigheid én gelijkheid in taken en verantwoordelijkheden van man en vrouw?
  • Bleef Jezus, ook als de uitgesproken openbaring van God op aarde (Hebr. 1:1-3) op dit punt ónder het ideaal van God? Geldt dat dan ook van zijn apostelen, die duidelijk opdracht geven alleen mannen als oudsten aan te stellen? Gingen zij opzij voor de toenmalige cultuur? Geldt dat dan ook voor meer zaken? Wat zijn de gevolgen hiervan voor de zeggingskracht en het gezag van Gods openbaring in zijn Zoon, en later door middel van zijn apostelen?
  • En kun je wel volhouden dat in de tijd van het Nieuwe Testament het alternatief voor ‘de vrouw in álle ambten’ betekent dat ‘zij ter beschikking staat van de man, naar zijn believen’? Of is dat een onjuist dilemma en de laatste suggestie een karikatuur?

Voor verdere oriëntatie op dit punt verwijzen wij naar:

« Gelijkwaardig… dus inwisselbaar? - De Geest brengt ons (eindelijk) bij de tijd »

Bronnen

Werkgroepen



Overige Pagina's